zaterdag 25 augustus 2012

Visie en actie het vervolg, het eerste directieleden proces


Eerst even de eerste reacties van de drie directieleden
Financieel directeur Gerard, ja prima maar ik kan hier niet veel mee, dit soort zaken kosten tijd en geld en beide zijn schaars bij mij.

Personeelsdirecteur Hendrik, ja gelukkig is Sandra hier nog maar kort we kunnen zo van haar af, want dit type onrust kunnen op we dit moment zeker wel missen. En zo`n aanval op een zeer gewaardeerde medewerker als Peter daar word ik ook al niet echt vrolijk van.

Technisch directeur Theo, ja sorry maar ik denk dat we hier `n redelijk grote inschattingsfout maken waarom, het gaat hier volgens mij over onduidelijkheden in onze organisatie en communicatie structuur.



Op dit moment zou het verhaal al kunnen eindigen want er zijn twee directie leden die het verhaal niet direct als `n bedreiging zien, ze geven de voorkeur aan andere prioriteiten.
Er is naar hun eerste inzicht nog geen schade geleden, niet echt uitzonderlijke visie in de realiteit van toen, en word daar nu anders over gedacht.
Maar visie hebben op, en verschil van inzicht, zijn meestal wel bepalend voor eventuele verdere besluitvorming.
Want de vraag is:
Welke afwegingen/belangen, vragen en risico`s, zouden er wel gesteld moeten worden.
Fase 1
Er moet altijd `n besluit genomen worden, dus wat nu.
1. De belangrijkste vraag is gaat het hier nu echt om organisatie/communicatie factoren ja/nee.
2. Indien wel dan is dit van levens belang voor de goede werking van deze organisatie.

Maar gezien de eerste inzichten/visie van de drie directieleden!

Dus is het in deze situatie verstandiger om tot een eerste actie over te gaan, vragen formuleren.

Fase 1.1
Dan dient zich direct de volgende set vragen aan.
1. De enige manier om daar achter te komen is het voorval te onderzoeken.
2. Wat dan in feite betekent het voorval bekend maken!
a. Aan wie wel,
b. Aan wie niet
c. Grote kring
d. Kleine kring
e. Alleen intern
f. En hoe dan.
De echte vraag is, kun je dit echt alleen intern houden ja/nee.
Of is het ook direct noodzakelijk om het extern naar buiten te brengen, waarom, en hoe dan.

Dit zijn de eerste elementen waar deze drie directie leden over moeten besluiten, en welke acties ze kunnen/willen en uiteindelijk gaan ondernemen.


De vragen en besluiten uit fase 1.1

Vraag 1
Is in principe relatief eenvoudig te beantwoorden, het is ja of nee.

Vraag 2 en de onderliggende vragen A t/m F
Zijn bepalend onder welke voorwaarden en hoe waardevol dit onderzoek dan zal zijn.
(De onderliggende vraag is echter, is er überhaupt wel een keuze in deze situatie?)

Fase 1.2
De volgende vragen dienen zich dan ook direct aan.
1. Hoe waardevol is het onderzoek, als niet alle elementen worden aangenomen.
2. Welke risico`s willen en/of kunnen deze directieleden nemen in deze situatie.

Hoe kunnen deze directieleden elkaar en zichzelf overtuigen om de juiste actie te ondernemen. (Ducker)

Want veel tijd heb je meestal niet in dit soort situaties, en bovendien, al het andere werk moet ook ongestoord doorgaan? Nietwaar?.
En even `n spreekwoord in dit verband - waar rook is, is vuur. En het begin van onrust is geboren.

Zoals u nu kunt zien krijgt het simpele en alledaagse verhaal, `n geheel andere insteek, en dat alleen maar door een meer gerichte aanpak in de vorm van vragen stellen en uiteindelijk elimineren wat niet van toepassing is.
___________________________________________________________________________

Stel dat, de directieleden het eens worden over vraag 1, uit fase 1.1 er komt een onderzoek. (Ducker)

Dan is vraag 2 uit fase 1.1 al gedeeltelijk beantwoordt, het bekend maken.

Dan komen de onderliggende A t/m F van vraag 2 uit fase 1.1 aan bod.
Daar zijn diverse keuzes mogelijk, maar die hebben tevens `n grote impact op het verdere verloop van het onderzoek. (Zie de vragen uit fase 1.2)

Uit ziet in de tekst een rood gemarkeerd stuk.
Dit kan in grote mate invloed hebben op de wijze waarop het onderzoek zou moeten worden gevoerd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten